Wijziging tegemoetkomingsregeling land- en tuinbouw COVID-19
Er is een wijziging van de Regeling tegemoetkoming voor land- en tuinbouwondernemers COVID-19 gepubliceerd.
Met deze wijziging wordt de termijn waarbinnen de gedupeerde teler een verzoek tot definitieve vaststelling van de tegemoetkoming kan indienen verlengd. Voor ondernemers in de sierteelt- en voedingstuinbouw en telers van fritesaardappelen was de uiterste datum van indiening 31 oktober 2020. Deze datum wordt 30 november 2020.
Reden voor de verlenging van de termijn is dat de werkzaamheden die een accountant dient te verrichten alvorens een onderneming tot een aanvraag tot vaststelling van de tegemoetkoming kan overgaan, nog niet voor alle tegemoetkomingen is vastgesteld. Voor tegemoetkomingen tot € 125.000 kunnen aanvragen voor vaststelling inmiddels worden ingediend. Voor tegemoetkomingen boven dat bedrag vindt nog nader overleg met de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants en sectoraccountants plaats over de exacte protocollen voor het indienen van bewijsstukken. Daarbij is het van belang zo snel mogelijk tot vaststelling over te kunnen gaan, tegelijk moet worden geborgd dat ondernemingen voldoende tijd hebben om de noodzakelijke bewijsstukken te verzamelen.
Zie voor de wijziging: https://www.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-55238.html
Over de regeling
De Regeling tegemoetkoming voor land- en tuinbouwondernemers COVID-19 heeft de vorm van een omzetschaderegeling met een budget van € 600 miljoen. De regeling is voor bedrijven in de genoemde sectoren die te maken hebben met een forse omzetdaling. Tegelijkertijd kan de sector een teelt en oogst niet zomaar stilleggen. Daardoor hebben bedrijven te maken met doorlopende vaste lasten, maar ook met doorlopende productiekosten. Uitgangspunt is dat de eerste 30% van de omzetderving voor ondernemers is en de overheid de resterende 70% van de schade voor een aanzienlijk deel compenseert.
Fritesaardappeltelers krijgen een compensatie voor de hoeveelheid fritesaardappelen die zij nog in opslag hebben. De vergoeding geldt voor aardappelen die dit seizoen niet meer verwerkt kunnen worden tot frites en bedraagt 40% van de gemiddelde marktwaarde van de periode september 2019 tot en met februari 2020. In totaal is hier € 50 miljoen voor beschikbaar.